‘Ligt die tent daar nog steeds?’ Een grote zolder heeft niet alleen voordelen. Onze tent, met de naam Hermelijn, is een degelijk kwaliteitsproduct van Hollandse makelij. Maar de tent neemt erg veel ruimte in beslag. Door gezondheidsproblemen zit kamperen er voor ons al jaren niet meer in, en we zoeken iemand die De Hermelijn van ons wil overnemen. Ik durf gerust te beweren dat je met een tent geen zelfhulpboeken meer nodig hebt. De tent staat dan symbool voor het leven. Het begint met een goede basis. Dat bleek toen we voor het eerst met een klein nylon koepeltentje op pad gingen. We hadden een flink stuk stevig landbouwplastic meegenomen om onder de tent te leggen. Maar na de eerste de beste regenbui spoelde het water al door de voortent. Tja, dat leert snel: je moet het landbouwplastic niet te ver uit laten steken. Tot overmaat van ramp begon het koepeltentje ook nog te lekken midden in de nacht. Dus ja, kamperen is leuk, maar wel met een betrouwbare tent. De basis van De Hermelijn is een stuk beter, want het grondzeil zit aan het tentdoek vast. Daardoor staat hij als een huis, mits je er een flinke investering voor over hebt. Als je de tent perfect wilt uitlijnen gaan er welgeteld 51 haringen de grond in! Daar ben je dus wel even mee bezig. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Veel mensen kiezen voor een pop-up tent of een opblaastent. Heel begrijpelijk, maar dan ontbreekt wel die stabiele basis. In Engeland bleek onze tent prima bestand te zijn tegen slagregens en windkracht 9. Andere tenten waren in datzelfde noodweer aan flarden gewaaid. Doet dit niet denken aan een gelijkenis van Jezus?
1 Comment
‘Ik ben goed rooms’, zegt de 89-jarige dame als ik met de koffiekan naar haar toeloop. Ik weet wat dat betekent: heel veel melk in de koffie. ‘Heb jij het antwoord op vraag 8?’ ‘Nee, die wist ik ook niet’, zegt Henk. Eén voor één komen de deelnemers van de Braintraining binnen met rollator, scootmobiel of elektrische rolstoel.
‘Zou je even mijn bril willen halen? Ik ben ‘m vergeten’, zegt Willem. Natuurlijk doe ik dat even, want Willem is slechtziend en zonder bril ziet hij helemaal niks. ‘Is Piet er niet?’ ‘Hij was er gisteravond ook al niet met het eten’, zegt Henk. De activiteitenbegeleidster, vertelt dat Piet vandaag niet komt. Hij voelt zich niet zo lekker. Bep was vorige week jarig. Ze stopt me een doosje bonbons toe: ‘voor bij de koffie’. Hier, in het verzorgingshuis, is het bepaald geen perfecte Instagram wereld. Alle prestige en uiterlijk vertoon zijn weggevallen. Iedereen heeft zo z’n gebruiksaanwijzing. Maar misschien maakt juist die kwetsbaarheid dat we ons met elkaar verbonden voelen. We gaan samen met de opdrachten aan de slag: puzzels, rekensommen, een taalquiz en een geheugenspel. En we vergeten natuurlijk niet te zingen voor de jarige Bep. Het gaat bij de Braintraining niet om de prestatie, maar om afleiding, uitdaging en gezelligheid. Op social media kun je alle angst, pijn en onvolkomenheden nog wegpoetsen. Hier, met mensen op deze leeftijd, is er geen ontkomen aan. Lies vertrouwt ons toe dat ze nog steeds moeite heeft met de acceptatie van de dementie van haar man. Haar buurvrouw herkent de pijn. Zij heeft een zus die ze met de dag achteruit ziet gaan. Het is goed om het verdriet met elkaar te delen. . En dan wordt het tijd voor een paar leuke foto’s voor in het krantje van het huis. Niet 12 selfies, maar een gezellig groepsportret. Als ik ’s morgens beneden kom staat de emmer met oliebollenbeslag al te rijzen voor de kachel. In de verte hoor ik de eerste donderende knallen van het carbidschieten. Nog even en de oliebollen kunnen in de hete olie…
Het resultaat van een hele dag flink doorwerken was een melkbus vol met oliebollen en een grote schaal met appelbeignets. Meer dan genoeg voor ons gezin met 6 kinderen en mijn inwonende opoe. De rest werd uitgedeeld aan de hele familie en iedereen die kwam aanwaaien op de boerderij. Ze kregen er meteen “veel Heil en Zegen in het nieuwe jaar” bij. Ik vond dat als kind nogal ouderwets klinken, en hield het liever bij: “Gelukkig Nieuwjaar”. Niet alleen oliebollen en appelbeignets hoorden bij de traditie van Oud en Nieuw, maar ook kniepertjes. Die dunne zoete koekjes worden in een wafelijzer gebakken. het bijzondere is dat het wafeltje een verhaal vertelt. Het platte wafeltje staat voor het oude jaar dat achter ons ligt en zich al helemaal heeft uitgerold. Het opgerolde wafeltje staat symbool voor het nieuwe jaar, dat zich nog moet ontvouwen. Tot op hoge leeftijd bleven mijn ouders met Oud en Nieuw kniepertjes bakken. Ik zie ze nog zitten, naast elkaar aan de eettafel in hun doorzonkamer. Ma met het deeg en het wafelijzer voor zich, pa met de pollepel in de aanslag ernaast. Al sissend werd het deeg geplet en gebakken in het ijzer, waarna pa - met vuurvaste vingers - het hete wafeltje vliegensvlug om de pollepel wikkelde. En opnieuw werd er volop uitgedeeld aan familie, buren en bezoekers vergezeld met de bekende nieuwjaarswensen. Anno 2021 zijn we in een andere wereld beland. Een wereld waarin we steeds meer op onszelf zijn aangewezen. Hoe gaat het nieuwe jaar zich ontvouwen? Misschien hebben we de “Heil en zegen” meer nodig dan ooit. En je hebt geen wafelijzer nodig om die zegenwens te delen. Sinds kort krijg ik de digitale ‘DagelijkseBroodkruimels’ in mijn mailbox. Elke dag een bijbeltekst met
een afbeelding. Elke ochtend ben ik nieuwsgierig wat er op mijn mail staat. Twee recente bijbelteksten zijn blijven hangen: ‘Zet uzelf aan tot bescheidenheid’ en ‘Hij moet groter worden en ik kleiner’. Die teksten schuren. Ze gaan radikaal in tegen de tijdsgeest. Een halve eeuw geleden was bescheidenheid misschien nog een deugd, maar tegenwoordig hoef je daar niet meer mee aan te komen. Je belandt al snel in het rijtje van de ‘losers’ als je je bescheiden opstelt. Ik zou vandaag de dag geen invloedrijk persoon weten die het toonbeeld is van bescheidenheid. Daarom even terug in de tijd. In 1926 wordt er in Barcelona een oude man door een tram overreden. De gewonde man ziet er zo sjofel uit, dat hij naar een ziekenhuis voor armen wordt gebracht. Daar ter plekke blijkt dat het de wereldberoemde architect Antoni Gaudi is. Gaudi heeft zich de laatste jaren van zijn leven volledig toegewijd aan de bouw van de Sagrada Familia. Hij ging zelfs zo ver dat hij op het bouwterrein ging wonen. Gaudi liet zich inspireren door de natuur, zoals ‘de kunstenaar God hem heeft geschapen’. De basiliek, die voltooid zal worden binnen enkele jaren, wordt beschouwd als zijn meesterwerk. Het moet overweldigend zijn om de kerk met eigen ogen te kunnen zien. Uit alles blijkt de passie, eerbied en bezieling voor God. Gaudi heeft zijn leven gewijd aan iets dat veel groter is dan hemzelf. Enkele dagen na het tramongeval is Gaudi overleden. Vrienden van hem hebben nog geprobeerd om hem naar een ander ziekenhuis over te plaatsen, maar Gaudi weigerde. ‘Ik hoor hier tussen de armen’, zou hij gezegd hebben. Daar heb ik ontzag voor! Heerlijk om op zaterdagochtend lekker op m’n gemak te ontbijten met een krantje erbij. Helemaal verdiept in de krant, bedenk ik mij in één keer dat ik nog een boodschappenlijstje moet maken. Even kijken of er nog aanbiedingen zijn. In de kleurrijke folder van de supermarkt worden allerlei exotische lekkernijen uit de Cariben aangeprezen onder de titel: ‘Zo smaakt de wereld’.
Het contrast kan bijna niet groter. Zit ik net te lezen dat er gevreesd wordt voor hongersnood op Madagaskar en in Ethiopië. Ik lees over migranten die, op de vlucht voor armoede en geweld in eigen land, nergens welkom zijn. Om vervolgens te bladeren tussen de kip piri-piri, gevulde empanadas en roti-wraps. Een wereld van uitersten. Wat leven wij hier in Nederland toch in ongekende overvloed! ‘Wij moeten onze manier van leven beschermen’, hoorde ik onlangs een politicus zeggen. Maar over welke manier van leven hebben we het dan? Is dat het luxe uitgavenpatroon wat wij ons kunnen veroorloven? Of moeten we dan aan andere waarden denken? Natuurlijk weten we allemaal dat de aarde uitgeput raakt met ons huidige consumptiepatroon, maar je kunt toch niet op water en brood gaan leven? En zelfs áls je dat zou doen, wat schieten ze daar aan de andere kant van de wereld dan mee op? Toch weiger ik te accepteren dat je maar machteloos moet toezien. ‘Als je denkt dat je te klein bent om iets te betekenen, dan heb je nog nooit een nacht doorgebracht met een mug’. Dit Afrikaanse spreekwoord geeft mij weer de oppepper die ik nodig heb. Ook mijn gedrag heeft impact. Aan mij de keuze hoe ik daarmee omga. Maar nu eerst even boodschappen doen. Nederland ontwaakt uit haar winterslaap. De terrassen puilen uit, mondkapjes verdwijnen langzamerhand uit beeld en de eerste vliegvakanties zijn inmiddels geboekt. We staan als vanouds in de file, het leeft weer op in de winkelstraat en in de wijken. Enthousiaste kinderkreten klinken uit het zwembad en tot laat in de avond ruik je de geur van houtskoolvuurtjes. We zijn er klaar voor!
Ik vind het heerlijk om meer vrijheid te hebben. Er is nog heel veel in te halen. Zelfs een afspraak met een tandarts of een podoloog voelt al bijna als een uitje. Heerlijk om familie, vrienden en gemeenteleden in levenden lijve te kunnen ontmoeten. Ik vind het maar niks om elkaar alleen op een scherm te zien. Nu moet ik oppassen dat ik niet teveel wil in korte tijd. Want hoe Normaal wil je het hebben? Plannen we onze agenda weer bomvol? Gaan we weer terug naar drie zoenen, of blijven we op afstand? Wat ikzelf het meest heb gemist, zijn de ‘live’ contacten met mensen. Een misverstand op WhatsApp is binnen de kortste keren opgelost met een praatje in de wandelgangen. Met woorden kun je veel verbergen, maar aan iemands houding of mimiek zie je veel sneller hoe het écht gaat. Hoeveel mensen hebben zich niet eenzaam gevoeld? Ik moet denken aan een uitspraak van Phil Bomans: ‘Menslief ik hou van je!’ Is dat niet de essentie van het leven? Tijdens de doopdienst van twee mensen uit onze gemeente schoot me te binnen dat er een gedicht bestaat van een onbekend gebleven dichter die zegt dat er geen mens op aarde zonder rugzak is. Toen Lianne Feijt ons vervolgens opriep om met Stichting Open Doors mee te doen aan een rugzakactie voor kansarme kinderen die nog een leven voor zich hebben, lag het voor de hand om in deze rubriek plaats te maken voor een gedicht dat ons allemaal iets te zeggen heeft, want ….. Ieder mens draagt in zijn leven een onzichtbare rugzak mee en bergt daarin zijn vreugde en zorgen, een verzameling van wel en wee. Soms is de rugzak haast niet te dragen, dan weer is hij vederlicht en blijft er nog wat ruimte over, maar veelal kan hij niet meer dicht. Kijk je in een verloren uurtje heel de inhoud nog eens door, dan kan er vaak wel iets verdwijnen dat zijn waarde verloor. En zo ga je door het leven: je raapt iets op en je gooit iets weg. Soms gebeurt dat vanzelfsprekend, dan weer na veel overleg. Langzaam wordt je rugzak leger, de levensmiddag gaat voorbij en bij het vallen van de avond werp je de grootste last opzij. Maar er is nog veel van waarde, dat je koestert en graag houdt. Al schijnen het maar kleinigheden, ‘t zijn herinneringen, meer waard dan goud. Ieder draagt zijn eigen rugzak, niemand die hem overneemt en je hoeft niet bang te wezen dat een dief hem ooit ontvreemdt! herplaatsing van 2/6/2013 Het is hoog tijd om te gaan zaaien! Ik sta begin april met drie pakketjes in mijn handen: Woeste
Worteltjes, Magische Munt en Dekselse Dille. Vorig jaar gekregen op mijn verjaardag. De pakketjes heb ik zorgvuldig bewaard, in afwachting van het voorjaar. Eerlijk gezegd vind ik het wel een beetje spannend. In tegenstelling tot mijn man heb ik geen groene vingers, en ik wil het niet op m’n geweten hebben dat het op niets uitloopt. Misschien vraagt de gulle gever straks wel of ik de groente en kruiden al heb kunnen oogsten, en dan moet ik opbiechten dat het niets geworden is. ‘Het lijkt wel of je een keukenrecept volgt’, grapt mijn man, als hij ziet hoe ik het water afmeet dat bij de geperste kokosaarde gevoegd moet worden. Zodra ik het zakje met zaadjes opentrek, moet ik oppassen dat de piepkleine zaadjes niet wegwaaien. Als dat maar goed komt. Gek eigenlijk dat ik zo ver af sta van de natuur als het om zaaien gaat. Vroeger was het zaaien veel meer onderdeel van het alledaagse leven. In de bijbel gebruikt Jezus regelmatig ‘het zaaien’ als voorbeeld. Al heb je het geloof van een minuscuul mosterdzaadje, het zal uitgroeien tot een grote struik. En het zaad van Gods woord, dat nooit zonder vrucht zal blijven. Misschien ben je - net als ik - wat huiverig om te gaan zaaien. Helemaal als het, figuurlijk gezien, om de woorden van God gaat. Valt het wel in goede aarde? ‘Kom eens naar je moestuintje kijken!’, riep mijn man gisteren. Snel loop ik naar de tuin. Na ruim 3 weken komen er bij de Woeste Wortelen en De Dekselse Dille kleine groene sprietjes uit de grond. Wow! Modderschoenen
De prille voorjaarszon heeft ons naar buiten gelokt, de natuur in. Maar hier hebben we niet op gerekend. Na zo’n kwartiertje stevig stappen, slingert het pad zich tussen de elzenbosjes door waar het verandert in één grote modderpoel. Mijn bergschoenen mogen dan waterdicht zijn, maar ik heb geen zin om tot over m’n enkels in de modder weg te zakken. Terwijl we speuren naar manieren om er droogvoets door te komen, zien we een ander stel terugkeren. ‘Het is niet te doen’, zo zeggen ze. Wij willen ons niet laten kennen en ploeteren voort. De bosrand nadert. Zo, deze barrière is genomen. Nu volgt een makkelijker gedeelte met mooie vergezichten. Aan het water, op een boomstambankje, zit een echtpaar te genieten van het zonnetje. Ze vertellen dat ze wel wat gewend zijn. ‘Wij geven niet zo snel op: wij zijn camino lopers.’ Het blijken hikers te zijn die de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella maar liefst zes keer gelopen hebben. Terwijl we verder lopen door het drassige weiland, zit ik nog met mijn gedachten bij de camino lopers. Het is als het leven zelf, zo bedenk ik mij. ‘Ik begrijp nu waarom ze niet snel opgeven: ze hebben een duidelijk doel voor ogen. Dat maakt een pelgrim tot een volhouder’ ‘Ja, daar kon je wel eens gelijk in kunnen hebben.’ Het pad buigt opnieuw af in de richting van een broekbosje. Al het water van de afgelopen weken heeft zich hier verzameld. Er is één groot moeras ontstaan en er is geen doorkomen aan. Het camino echtpaar aarzelt even, zoekt en vindt een alternatieve route langs het kletsnatte bosje. Doelgericht en vastberaden wandelen ze door. Mijn wandelschoenen zien eruit als beesten. Ze staan in de gang, als stille getuigen van de survivaltocht. Klaar om verder te gaan. |
Details
Lia stamhuisArchives
May 2022
Categories |