Op een dag kwam in een sloppenwijk van Johannesburg in Zuid Afrika een belastinginspecteur bij een arme christen aan de deur. De ambtenaar wilde bepalen hoeveel belasting die man van z’n schamele inkomen moest afdragen en vroeg: 

"Watter besittings het jy?" 



Het antwoord van de krotbewoner was: "Ek is regtig baie ryk" 

"Gee my 'n lys van jou besittings asseblief ", vroeg de inspecteur. 

De bewoner antwoordde: “skrijf sellef maar saam”: 

1. Ek het die ewige lewe (Johannes 3:16) 

2. Ek het 'n kamer in die hemel (Johannes 14:2) 

3. Ek het vrede wat alle verstand te bowe ga (Filippenzen 4:7) 

4. Ek het onuitspreeklik vreugde (1 Petrus 1:8) 

5. Ek het liefde wat nie vergaan nie (1 Korintiers 13:8) 

6. Ek het 'n getroue en vlytige vrou (Spreuken 31:10) 

7. Ek het ‘n echte en betroubare vriend (Spreuken 18:24)  

8. Ek ken geen vrees nie (Hebreeen 13:6) 

9. Ek krijg die lauwerkrans (Jacobus 1:12) 

De belastinginspecteur deed z’n schrijfmap dicht en zei: "Meneer, jy is waarlik skatryk, maar jou rykdom is nie belasbaar nie." 

Theoloog Meester Eckhart (hij leefde van 1260 tot 1328) beweerde dat veel mensen God zien met de ogen waarmee ze naar een koe kijken en dat de liefde voor God lijkt op de relatie die wij hebben met ons vee, voornamelijk vanwege de opbrengst en dus uit eigen belang. 

Het is inderdaad een waarheid als een koe dat de Hollandse boer en misschien wel de Nederlander in het algemeen, gek is op boerderijbeesten, zoals de koe en de kip. Deze liefde heeft vooral met boter, kaas en eieren te maken en natuurlijk met een lekker stukje vlees op termijn. 

Martine Bijl zong eens een liedje over een boer die voor het eerst in zijn leven op vakantie ging naar het buitenland. 

Het lukte maar niet om echt te genieten van de mooie natuur in Oostenrijk, want hij kreeg heimwee en dacht voortdurend: 

“Hoe zou 't met Rosa zijn en met Jacoba? Hoe zou 't met Carla wezen en met Annie twee? 
 Hij dacht de hele dag alleen maar aan de beesten en liep te piekeren bij alles wat hij deed.” 
 Deze boer was met z’n liefde voor de dieren een uitzondering op de regel. 
 
Maar …… is het waar dat christenen vooral van God houden om er zelf beter van te worden? 

Natuurlijk zijn we dankbaar voor de gaven die God ons geeft, zoals gezondheid, innerlijke vrede, talenten en zo, maar we houden toch vooral van Hem omdat Hij onze Schepper is en omdat Hij zijn enige Zoon offerde om ons te verlossen! 

Hij is het waard om door boeren, burgers en buitenlui gezocht, gevonden en geprezen te worden en een leven lang lof, eer en aanbidding te ontvangen.