
Rond de Christelijke feestdagen zie je wel eens straatinterviews op de TV. Aan voorbijgangers wordt dan gevraagd of zij weten waarom overal op aarde het “kerstfeest” wordt gevierd. Je schrikt soms van de antwoorden, want je merkt dat veel mensen wel “in” zijn voor een feestje, maar dat ze niet meer begrijpen waar het eigenlijk om gaat.
De kerstbomen, kerstballen en kerstmarkten met hun tierelantijnen staan in de spotlights.
Er zijn zoveel “slingers” opgehangen dat we de Jarige niet meer zien!
Door al die overbodige drukte lijdt 48% van de Nederlanders inmiddels aan een feestdagensyndroom. Onderstaand gedicht (gebed) maakt de verschuiving van deze kerstbeleving pijnlijk zichtbaar.
Vanuit de diepte van onze welvaartstaat
roepen wij tot U, o God, tot U zich vinden laat.
Wij hebben alles wat ons hart begeert,
alleen ’t kinderlijk geloven hebben we afgeleerd.
De woorden van het oude kerstverhaal
spreken voor ons een onverstaanbare taal,
want wie gelooft er in een engelenlied
wanneer hij al het leed op aarde ziet?
Wie laat er nu nog alles in de steek
alleen omdat hij naar Uw hemel keek?
Wij geven U geen mirre of wierook meer
en ’t goud gebruiken we liever zelf, o Heer.
Wanneer men nu de kinderen vermoordt
wordt nauwelijks ons protest gehoord.
De herders vonden ’t Kind en spraken over Hem
en wij? Wij zwijgen nog na 20 eeuwen Bethlehem.
De kerstbomen, kerstballen en kerstmarkten met hun tierelantijnen staan in de spotlights.
Er zijn zoveel “slingers” opgehangen dat we de Jarige niet meer zien!
Door al die overbodige drukte lijdt 48% van de Nederlanders inmiddels aan een feestdagensyndroom. Onderstaand gedicht (gebed) maakt de verschuiving van deze kerstbeleving pijnlijk zichtbaar.
Vanuit de diepte van onze welvaartstaat
roepen wij tot U, o God, tot U zich vinden laat.
Wij hebben alles wat ons hart begeert,
alleen ’t kinderlijk geloven hebben we afgeleerd.
De woorden van het oude kerstverhaal
spreken voor ons een onverstaanbare taal,
want wie gelooft er in een engelenlied
wanneer hij al het leed op aarde ziet?
Wie laat er nu nog alles in de steek
alleen omdat hij naar Uw hemel keek?
Wij geven U geen mirre of wierook meer
en ’t goud gebruiken we liever zelf, o Heer.
Wanneer men nu de kinderen vermoordt
wordt nauwelijks ons protest gehoord.
De herders vonden ’t Kind en spraken over Hem
en wij? Wij zwijgen nog na 20 eeuwen Bethlehem.